Over dood gaan. Ja dood. Sterven. Omdat het je overkomt, of omdat het een eigen keuze is. Het hoort onlosmakelijk bij leven. Maar doodgaan schuurt, we hebben het er niet zo makkelijk over. In ons stuk van de wereld zijn we er niet heel goed in, omgaan met de dood. Ja, ik weet dat er nu mensen zijn die pissig worden, of er op zijn minst anders over denken. Alles mag, het is een gevoelig iets, dat respect verdient.
Als kind kreeg ik al vroeg van dichtbij te maken met de trauma’s van verlies door sterven. Rouw was rauw en niemand wist er raad mee. Praten was een lastig ding. Onmachtig werd je, dus verborg je je gevoel en hoopte intussen op de tijd die alle wonden heelt. Wat overigens niet gebeurt, maar dat leer je later pas. Wat helpt is praten over doodgaan. Ook als het nog niet zo ver is. Het klinkt misschien raar als ik zeg dat ik dat graag doe. Met degene die daaraan toe is, of het wil aangaan.
Als datzelfde kind van vroeger was ik een beetje raar, of op zijn minst ‘anders’. Ik wist wanneer het de laatste keer was dat ik iemand zag, dus wilde ik op visite voor iemand stierf. Een van mijn tantes zei dan tegen mijn moeder die er wars van was: “Respecteer haar toch, je kunt de klok erop gelijk zetten, ze heeft altijd gelijk.” Of ik bleef uit onmacht juist weg, als ik niet tegen de wetenschap kon van het verlies van die ene lieve iemand. De onafwendbaarheid van de dood noemde ik het later. Niet links- of rechtsaf, maar onherroepelijk rechtdoor. Ik ging begrijpen dat sterven hetzelfde was als geboren worden: je gaat door een poort naar een andere wereld.
Er ging letterlijk een scala aan werelden voor me open door dat besef. Tegelijk begreep ik dat de mens ook bijstand nodig heeft bij de overgang uit deze wereld, net zoals bij de geboorte. Want door hier te sterven, wordt je ziel geboren in de wereld achter de poort. Geen sinecure. Dus als het eens nodig bleek, was dat wat ik deed: meelopen op het pad naar de andere kant, luisteren naar wat nog nodig was om in het aardse leven te verwerken, dat samen oplossen en daarna door de poort helpen. Er ontstonden rituelen vol eerbied, liefde en mededogen.
Zo groeide ik als vroedvrouwe bij stervenden. Als ik mag, loop ik mee, werk ik samen de laatste obstakels weg en help overgaan. Dat is niet eng. Dat is prachtig. Soms kan iemand zelf de keuze nog maken, om begeleid te worden in deze levensfase. Dan praten we over laatste wensen en wat het afscheidsritueel mag inhouden. “Hoe doe je dat dan als iemand in coma ligt?” Dan doe ik het ook, dat heet energiewerk. Want iedereen is nog bereikbaar, al is het niet meer in aardse taal. Actie en reactie is er nog in een ander energieveld en daar beweeg ik me in. En ook dan passen de rituelen bij het vertrek.
Herkenning was er toen ik niet de enige bleek die zo werkt. Wat ik al deed, leerde ik beter doen bij een prachtige Elder met immense wijsheid. “Natuurlijk mag je benoemen wat je al bent: vroedvrouwe bij stervenden, je mag het hardop zeggen. Als jij voelt dat het tijd is, doe het dan.” En ze leerde me de dans van Vrouwe Dood. Die komt en haar vleugels als een zachte omarming vouwt om de ziel. Zodat iemand niet alleen sterft, maar liefdevol wordt weggebracht en onthaald. Waardoor de omringenden weten dat er alles aan gedaan is om hun geliefde medemens goed te begeleiden. En ze hun rouw ten volle mogen leven.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Schrijf je in voor Tribal News, de nieuwsbrief, en blijf op de hoogte
van events, verhalen en meer uit de wereld van Tribal Guide.